(Intrusies, obsessies, compulsies)Intrusies zijn gedachten die schijnbaar zonder aanleiding opkomen. Ze dringen zich op zonder duidelijke reden. Een zinnetje uit een liedje, een flard van een melodie, een beeld dat zich maar niet uit het hoofd laat bannen. Er zijn veel mensen die regelmatig dit soort lastige maar onschadelijke gedachten hebben. Maar wat gebeurt er nu als iemand verontrust raakt door die gedachten, bijvoorbeeld omdat die persoon ze serieuzer gaat nemen dan nodig is. Zo iemand gaat denken dat het daadwerkelijk gevaarlijk is voor de kat als hij eraan denkt om de kat dood te trappen. De gedachtegang gaat in de trant van, waar rook is, is ook vuur. Als ik een beeld voor ogen heb van het dood trappen van de kat, dan ga ik dat misschien ook werkelijk doen. Zo wordt een op zich onbelangrijke intrusie een angstaanjagend schrikbeeld.
Als er zo'n schijnbaar reële dreiging van de gedachte uit gaat, volgen haast vanzelf pogingen om de intrusie te bestrijden. Men probeert niet aan dat onprettige beeld te denken of men probeert de intrusie met een andere gedachte te "neutraliseren". Bijvoorbeeld door te denken "Ik houd van die kat, ik vind het een lief beest, het is niks voor mij om over dit soort dingen na te denken". Wanneer iemand op zo'n manier gaat vechten tegen intrusies gaat men spreken over een een dwanggedachte of obsessie.
De intrusie kan ook bestreden worden door iets te doen, bijvoorbeeld door de handen te wassen of door te controleren. Dergelijke handelingen gaan vaak de vorm aannemen van een soort ritueel. De handelingen waarmee de intrusie bestreden wordt noemt men dwanghandeling of compulsie.
Het neutraliseren van de intrusie lukt steeds maar even. Het lukt echter nooit lang achter elkaar om controle te krijgen over de intrusie, integendeel, de aandacht wordt zozeer gericht op het bestrijden van de intrusies dat er bijna nergens anders aandacht voor over blijft. Elke keer dat het lukt om de gedachte te bezweren met een handeling of gedachte lijkt het of de kat aan een reëel gevaar ontsnapt is. Dat geeft een kortstondig gevoel van controle en een dus ook een gevoel van verantwoordelijkheid.De volgende keer dat de intrusie zich voor doet wordt met dubbele intensiteit geprobeerd de kat tegen het schrikbeeld te beschermen. Het neutraliseren van de intrusies gaat een steeds groter deel van de dag en nacht in beslag nemen.
Soms gaat het vooral om een gevoel van verantwoordelijkheid, alsof alleen het dènken aan het trappen van de kat een verschrikkelijke daad is. In een ander geval gaat het meer om een gevoel van kwetsbaarheid. Men denkt dat men een gevaar moet bezweren.
Vaak is op het moment zelf het gevaar zeer reëel voor de persoon. Nadat de angst geweken is door de rituele bezwering, lijkt het onvoorstelbaar dat men werkelijk bang was voor zoiets. Helaas helpt dit niets. Even later lijkt het gevaar weer even reëel en moet de angst opnieuw bestreden worden.
Behalve dwanggedachten(obsessies) en dwanghandelingen(compulsies) speelt ook vermijden een rol. Deze hele gang van intrusie en het neutraliseren van de intrusie is zo onaangenaam dat men vanzelfsprekend probeert aan iets anders te denken. Men zal proberen de intrusies uit het hoofd te bannen. Het probleem hiermee is dat het niet goed mogelijk is een opdracht als 'denk niet aan ....' uit te voeren. Het blijkt dat als men iemand de opdracht geeft niet aan witte beren te denken, de persoon juist meer aan witte beren gaat denken.
Therapie zal dus moeten gaan over twee zaken: