1 | A | geeft beschrijving van situatie | B | vat samen |
2 | A | beschrijft belang c.q. gevoelens | B | geeft samenvatting |
3 | A | beschrijft welk punt hij/ zij wil maken | B | geeft samenvatting |
4 | B | geeft beschrijving van dezelfde situatie | A | vat samen |
5 | B | beschrijft belang/ gevoelens | A | vat samen |
6 | B | vertelt welk punt hij/ zij wil maken | A | vat samen |
7 | A | geeft 100% oplossing | B | geeft 100% oplossing |
8 | A | geeft 'aangepaste' oplossing | B | geeft 'aangepaste' oplossing |
De uitwisseling gaat door tot overeenstemming is bereikt. Daarna wordt de bereikte oplossing toegepast en geëvalueerd. Zonodig begint de procedure opnieuw bij 1 |